De eerste Evenburg werd gebouwd door kolonel Erhard Reichsfreiherr von Ehrentreuter als een barok waterburcht. Het rijkelijk ontworpen hoofdgebouw is gebouwd op een kasteeleiland omringd door een brede gracht. Illustraties tonen het als een bakstenen gebouw van twee verdiepingen met lagere uitbouwen aan beide kanten op een kelderniveau. Het zeer hoogwaardige ontwerp in de stijl van het Hollands Classicisme is vergelijkbaar met gebouwen van de beroemde Nederlandse architecten uit het midden van de 17e eeuw, zoals Jakob van Campen, Philips Vingboons of Pieter Post. De bouwer noemde het kasteel naar zijn vrouw Eva von Ungnad - "Evenburg". Slechts één generatie later gingen de eigendommen via een huwelijk in 1690 over naar de graven van Wedel. De voorburcht werd in deze tijd gebouwd. Het was oorspronkelijk een hoefijzervormig gebouwencomplex, waarvan delen tot op de dag van vandaag bewaard zijn gebleven. De portaalstijl draagt de datum 1650, de poort werd toegevoegd in 1703. Tegen het midden van de 19e eeuw was het kasteel te klein en te ouderwets geworden voor de behoeften van de bewoners. Carl Georg Graf von Wedel gaf de Hannoveraanse architect Rudolf Stüve (1828-1896) de opdracht om Paleis Evenburg uit te breiden en te verbouwen. In het rapport van de architect staat dat het kasteel hard aan reparatie toe is en "slecht ingericht" is, en dat sommige onderdelen volledig vervallen zijn. Alleen de buitenmuren, enkele scheidingsmuren en het keldergewelf van het hoofdgebouw werden gebruikt voor het nieuwe gebouw. In de vestibule werd de blauwstenen marmeren vloer hergebruikt. Richard Stüve stelde de neogotische stijl voor het nieuwe gebouw voor. Delicate, slanke rechtopstaande bouwelementen en vormen en de spitse raambogen zijn hier kenmerkend voor. Het nieuwe kasteel werd gebouwd in een bouwperiode van twee jaar. De Evenburg kreeg al snel een loggia naast de hoofdingang en een bijgebouw, de zogenaamde stuurhut, op het kasteeleiland. In het gebied van de buitenburcht werden schuren en onderkomens gebouwd. Vanaf 1864 begon de bouw van de kassen voor de teelt van ananas en wijn. In 1865 werd er een Gulfhaus gebouwd voor de Meierhof, dat het landhuis in omvang overtrof en ook bedoeld was om het agrarische beheer van het land van de graaf naar een hoger niveau te tillen. In 1869 volgde de bouw van een villa in de koninklijke badplaats Norderney. In 1891 werd dankzij de financiële inzet van de graaf de Lutherse Vredeskerk in Loga ingewijd. Het Carl-Georgs-Forest werd opgericht in het district Friedeburg. In de jaren 1930 verhuisden de von Wedels hun hoofdverblijf naar kasteel Gödens, waar de familie vandaag de dag nog steeds woont. Sindsdien begon de structurele achteruitgang van het kasteel. Door geldgebrek in economisch moeilijke tijden en de hoge onderhoudskosten werden de filigraan trapgevels, kantelen, torentjes en het dak geleidelijk vereenvoudigd of afgebroken. Een eigentijds document uit 1938, opgeschreven op een daklei, bewijst dit. De dakdekker Johann Krull uit Leer, die destijds opdracht kreeg voor renovatiewerkzaamheden, beschrijft dat de dakleien werden afgebroken, de kantelen werden verwijderd en het dak 80 cm werd verlengd en van dakgoten werd voorzien. Verdere vereenvoudiging van het dakontwerp en de gevels vond plaats tijdens de wederopbouw om de oorlogsschade te herstellen in de jaren 1950.