Toen hertog Christoph in 1564 de waterleiding van het Kaltental naar het kasteel en de lusthof aanzienlijk liet verlengen en de Nesenbach daardoor 's zomers nog slechts een druppel was, werden de protesten steeds luider en liet de hertog een onderzoek instellen om de watertoevoer naar de stad en de Nesenbach te verbeteren. De aanbevelingen van de experts werden vervolgens geïmplementeerd van 1566 tot 1575. Eerst werd in 1566 een bron van de Boven-Glems onderschept in het moerassige Pfaffenwald, omgeleid en afgedamd tot de kunstmatige Pfaffensee. Vervolgens werd een 805 m lange ondergrondse galerij, de Herzog-Christoph-Stollen, gebouwd naar de Heidenklinge en het water van de Pfaffensee werd erdoor omgeleid. De bouw van de galerij ging, met onderbrekingen, door tot 1575. De Heidenklinge is een oude insnijding in het terrein en leidt naar de Nesenbachvallei. Daarom was het mogelijk om het water door de vallei naar de Nesenbach te laten stromen zonder speciale constructies, door de natuurlijke zwaartekracht te volgen. Door de steile helling in de vallei ontstonden er op sommige plaatsen watervallen. Omdat het water van de Pfaffensee na een paar jaar niet meer voldoende was, werden andere bronnen in het Glemswald omgeleid en andere meren gecreëerd en met de Pfaffensee verbonden. In 1618 liet hertog Johann Friedrich ook de Bärensee afdammen, in 1812 werden de Steinbachsee en Katzenbachsee gecreëerd en in 1833 de Neue See. In de 19e eeuw waren de watervallen (evenals het aangrenzende Bürgerwald, het edelhertenpark en de Hasenberg) een populaire bestemming voor uitstapjes.